In het kader van de landelijke NEM-meetprogramma’s worden vleermuizen op verschillende manieren geteld. Zolder- en wintertellingen zijn hier voorbeelden van. Deze methoden zijn echter niet geschikt voor vleermuizen die verblijven op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals boomholten, spouwmuren en spleten in daken. Voor deze soorten is het NEM Vleermuis Transecttellingen (NEM-VTT) opgezet. De focus ligt op de volgende doelsoorten:

• gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
• ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
• rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
• laatvlieger (Eptesicus serotinus)

In 2022 zijn wij begonnen met de voorbereidingen. We hebben contact opgenomen met de Zoogdiervereniging, die ons drie routes heeft toegewezen, elk ongeveer 25 kilometer lang. Wij rijden de volgende routes:

• Rietmolen – Needse Berg
• Geesteren – Noordijk
• Eibergen – Rekken

Elke route wordt twee keer afgelegd. Dit gebeurt met de auto, vlak na zonsondergang, met een snelheid van ongeveer 25 km/uur en met twee personen. Tijdens de ritten zien we naast vleermuizen ook regelmatig reeën, uilen en hazen. De tellingen vinden plaats tussen 15 juli en 1 september.

Met een speciale batdetector, bevestigd aan het passagiersraam, worden automatisch vleermuisgeluiden geregistreerd. Dit geeft ons inzicht in de aanwezige vleermuizen, die vaak niet met het blote oog te zien zijn. De routes zijn bepaald op basis van geschikte landschappen voor de doelsoorten en goed toegankelijke wegen.

Na afloop analyseren we de opnames op de computer met het programma BatExplorer. Vervolgens voeren we de gegevens in op het invoerportaal van NEM-VTT.